De Stichting Henoch Zendingsprojecten is opgericht om de projecten te ondersteunen die waren begonnen vanuit GLAM. GLAM staat voor God Loves Albania/Africa Ministries. De Albanese stichting "Zoti e do Shqiperine", vertaald: "God houdt van Albanië" was ontstaan in 1991 als een beweging toen God het land opende na 25 jaar officieel atheïsme onder 50 jaar communisme.
In Mei 1991 mocht een klein team, bestaande uit personen uit Scandinavië, Duitsland, Zwitserland en Gesina uit Nederland het land in met een vracht hulpverlening en Nieuwe Testamenten. Tijdens hun gesprekken met Ministers en Staatsecretarissen, vroegen zij toestemming om het land te gaan bemoedigen zowel geestelijk als materieel en voor een lange termijn. Deze toestemming werd onmiddellijk gegeven en in Juni 1991 konden zij openlijk het Evangelie verkondigen in het voetbalstadion van Tirana en op de straten en in de parken van de hoofdstad. Een grote doopdienst volgde en dit werd het nieuwe begin van de Evangelische Kerk in Albanië. (voor de tweede Wereld Oorlog waren er zo'n 40 protestant/evangelische Christenen in het land, waarvan er nog 4 in leven waren).
De Regering vroeg Gesina om te coördineren tussen de noden van het land en alle nieuwkomende Christelijke organisaties. Dit werd een wereldwijd project van het lichaam van Christus.
Het team dat in Mei de gesprekken voerde met de Regering van Albanië, organiseerde een vergadering in Zweden waar zoveel mogelijk organisaties voor werden uitgenodigd. Gesina was in Albanië gebleven om de eerste dingen te coördineren, zoals een kantoor, slaapgelegenheid voor de komende teams, het stadion gebeuren, hulp depots, het drukken van een net vertaald boek (Het Vaderhart van God), enz.
Met foto's als bewijs dat dit echt was en dat de deur werkelijk open stond, kwam zij naar deze vergadering. Gesina vertelt:
"Met zijn allen hebben wij daar de AEP opgericht. The "Albanian Encouragement Project", om met zijn allen, samen te kunnen verwerkelijken wat wij de Regering hadden toegezegd, n.l. het land te bemoedigen zowel geestelijk als materieel. Op deze vergadering verdeelden wij ons in twee groepen: Een groep die nadruk zou leggen op evangelisatie en een andere die zich hoofdzakelijk zou bezig houden met hulpverlening. Met zijn allen zouden wij een sterk getuigenis kunnen worden en kunnen doen wat niemand in zijn eentje kon doen. Terwijl onze officiële naam AEP was, werden wij in de volksmond genoemd: "Jullie zijn die mensen van God houdt van Albanië!" God Loves Albania, , in het Albanees: "Zoti e do Shqiperine." (Dit kwam doordat wij spandoeken hadden laten ophangen om het stadion gebeuren aan te kondigen op het centrale plein in Tirana zowel als in alle toegangswegen van de stad waarop stond geschreven: "Zoti e do Shqiperine!". "God houdt van Albanië"- Dit doorbrak de gedachtengang van de mensen dat God hen had opgegeven omdat zij Hem de rug hadden toegekeerd.)"
Dit werd later de officiële naam van de hulpverleningstak die door Gesina gecoördineerd werd. AEP gaat tot op vandaag de dag door als een platform waar de meeste zendingsorganisaties die in Albanië werken lid van zijn.
Uit alle einden van de wereld kwamen er zowel hulpgoederen als evangelisatie teams het land in, nadat Albanië 50 jaar een gesloten land was geweest. Door deze coördinatie konden teams en hulpgoederen over het hele land verdeeld worden en kon overal het Evangelie verkondigd worden, zelfs met behulp van een helicopter. In die vroege jaren kwam er veel tot stand en er ontstond een groeiende gemeente.
Behalve de algemene hulpverlening, waarbij vooral voedselpakketten en kleding werden uitgedeeld, werden er ook structurele projecten aangepakt en begeleid. Waterleidingen werden aangelegd, bruggen gebouwd, scholen opgeknapt, ziekenhuizen opgeknapt, ziekenauto's geschonken, couveuses, longonderzoek apparaten enz. Er werden zendingsorganisaties gekoppeld aan de weeshuizen, en er kon hulp worden verleend bij overstromingen door de helicopter van Helimission. In alles mochten wij laten zien: "Zoti e do Shqiperine"!
Gesina vertelt verder: "Tijdens het uitdelen van hulpgoederen vroegen mensen ons vaak om een extra pakket omdat zij iemand thuis hadden met een beperking. Wij kregen die mensen nooit te zien omdat er geen rolstoelen waren in het land. Dat gaven wij door aan de organisaties die kwamen met hulpgoederen en al gauw konden wij gaan samenwerken met lokale verenigingen die de belangen wilden behartigen van mensen met een handicap. Zij hadden lijsten met de namen en adressen van gehanciapten en wij de hulp die zij zochten. Joni Eareckson Tada hoorde hiervan en nodigde ons uit voor een symposium in Hongarije. Met arts Ndreca uit Lure en Raadslid Rakip, ging ik op reis en daar zagen wij een hotel vol met mensen die een handicap hadden en zagen wij een actieve bediening onder hen. Wij nodigden Joni en haar echtgenoot Ken uit om naar Albanië te komen en zij kwamen met een team van therapeuten, technici enz. Voordat zij kwamen stuurden zij een container vol rolstoelen die opgeknapt waren door mensen in gevangenissen in de V.S. Zo begon onze bediening onder gehandicapten in heel Albanië. Inmiddels hadden wij een eigen terrein kunnen kopen met stallen erop die wij ombouwden tot bruikbare ruimtes: depots voor de hulpverlening, kantoor ruimtes, gasten vertrekken, en nu kwam er een schoolruimte en fysiotherapie ruimte bij. Wij besloten een zomerkamp te houden voor jongeren met een lichamelijke beperking. Dat jaar hielden wij 5 kampen en de jongelui die daar kwamen werden hier zo door bemoedigd dat zij vroegen of zij een jaar bij ons mochten komen wonen en onderwijs en therapie ontvangen. Zo begon ons centrum in Marikaj.
AFRIKA
In 2003 nam ik onze maatschappelijk werkster mee naar een cursus van drie maanden in Petra College, Zuid Africa. Dit was een cursus om leiders van kinderwerk te trainen in het leiding geven. Op die cursus zaten ook christenwerkers uit verschillende Afrikaanse landen. Uit Malawi was daar voorganger James Mandawala. Hij vroeg of wij hem konden helpen een kamp te houden waarbij ook jongeren met een handicap zouden worden uitgenodigd. Joni and Friends hielp ons om dit te verwezenlijken en in December 2003 kon ik met twee Albanese mensen met een handicap, als team naar Malawi gaan om James en zijn team te trainen in werk met mensen die een beperking hadden. Toen het kamp ten einde liep vroegen deze gehandicapte jongeren of wij hen wilden helpen ook iets op te zetten zoals wij in Albanië hadden. Dat werd het begin van onze samenwerking met James Mandawala.